Welk garen is gebruikt? Welke kleuren gebruikte men het liefst?

Als borduurgaren was zijde het meest geschikt. Zijde is dun, sterk en soepel en in veel kleuren verkrijgbaar. Tot halverwege de 19de eeuw is de zijde met plantaardige kleuren geverfd, zoals meekrap voor rood, of indigo voor diverse tinten blauw. Daarna komen synthetische kleurstoffen op, die nog vaak niet kleurecht zijn.
De kleurkeuze was sterk afhankelijk van het garen dat op dat moment verkrijgbaar of betaalbaar was. De meeste meisjes kregen zelf maar enkele strengetjes garen. Daarom werd er vermoedelijk onderling geruild, zodat je op oude merklappen soms kleine stukjes in een afwijkende kleur ziet. Heldere kleuren waren duurder dan de gedempte ‘oude’ kleuren.
Witwerk, dat als voorbeeld diende voor randen op mannenhemdsboorden, zakdoeken of beddengoed, werd geborduurd met wit linnen garen. Maar om deze motieven te leren werd vaak gekleurd garen gebruikt. Dat is minder saai om te doen.
In de 17de en 18de eeuw werd voor merklappen uit Engeland dun wollen borduurgaren (crewelwol) geïmporteerd in ontelbare kleuren. Halverwege de 19de eeuw komt uit Duitsland dikkere merinowol, ‘Berlijnse’ wol op de markt, dat synthetisch werd geverfd.
Na 1878 wordt handwerken in Nederland een verplicht vak op de lagere school en maken meisjes de bekende schoollappen, meestal met rood katoenen garen op stramien.

Impres Internet Groep B.V. te Zwolle