Twee Antjes


Geplaatst op: 10-04-2013 door: Martha Kist

De heer Klaas S. de Boer attendeerde ons al weer enige tijd geleden op een interessante letterlap uit 1825 die in zijn familie bewaard wordt. Hij heeft op zijn webpagina de hele genealogie achter deze lap uit de doeken gedaan. De heer De Boer maakte ons attent op deze lap, omdat er een familierelatie is tussen de maakster, Antje Olivier uit Marrum en een andere bekende letterlapborduurster waarover wij al eens geblogd hebben, ook een Antje, namelijk Antje Jilderts van Egten uit Ferwerd.

Het eigenaardige aan de lap van Antje Olivier (1814-1827) is, dat hij niet in haar familie is gebleven, maar via de familie van haar moeder Klaaske Johannes Rienks (+ 1843) is vererfd. Dat is zeker opvallend, want Antje Olivier had twee zusters die haar overleefden en die de letterlap hadden kunnen erven. Dit waren Aukje Olivier (1806-1847) en Geertje Olivier (1808-1853).

De lap is vererfd naar een nicht en naamgenoot van Klaaske Johannes Rienks, namelijk Klaaske Tijsses Rienks (1795-1842). De familie Rienks waren doopgezinde boeren uit de buurt van Hallum en Ferwerd. De link tussen Antje Olivier en Antje Jilderts van Egten loopt via de moeder van de nieuwe eigenaresse Klaaske Tijsses Rienks. Haar moeder was namelijk Trijntje Klazes van Egten, dochter van Jildert van Egten, de broer van onze Antje. Antje van Egten was dus de oudtante van Klaaske Tijsses Rienks.


De heer De Boer vraagt zich in zijn bericht onder meer af, of de moeder van Antje Olivier, Klaaske Johannes, borduren zou kunnen hebben geleerd van haar aangetrouwde tante Trijntje Klazes van Egten. Qua leeftijd zou dat kunnen, want tante Trijntje overleed in 1800, vier jaar voor het huwelijk van haar nicht Klaaske. Klaaske kan ook borduren hebben geleerd van haar eigen moeder Aukje Siedses Boersma, want zij overleed pas in 1826.

Een vergelijking tussen de lap van Antje Olivier en die op de lap van Antje Jilderts zou misschien meer informatie kunnen geven. De kleuren van de lap van Antje O. zijn heel anders dan die van Antje J. Antje O. gebruikt veel ossenrood en donkerblauw, kleuren die in het palet van Antje J. ontbreken. Ook de steken in de alfabetten zijn anders: Antje J. gebruikt oogjesletters, Antje O. niet. Op de lap van Antje O. komen stersteken voor, die Antje J. niet gebruikt heeft.


Antje Olivier (1825) Antje Jilderts (1741)

Een vergelijking tussen de gebruikte motieven levert ook meer verschillen dan overeenkomsten op. De lap van Antje O. is groter en kent dus meer motieven. Ze heeft verschillende bloemenmanden geborduurd. De centrale mand met aan weerszijden haar initalen A.L. is hetzelfde motief als die op de lap van Antje J, maar de andere manden verschillen. Op beide lappen komt een gevleugd hart voor, maar verschillend. Een belangrijk motief bij Antje J. is het grote schip. Antje O. blijkt niet zoveel op te hebben met de scheepvaart, er is maar een klein bootje op haar lap te vinden. Antje J. borduurt levensbomen en een groot stervormig motief, wat op de lap van Antje J. ook niet terug te vinden is.

Conclusie: er zijn teveel verschillen tussen beide lappen om ervan uit te gaan dat Antje Olivier de lap van Antje Jilderts als voorbeeld heeft gebruikt of gekend. Leuk is dat de bloemenmand die Antje J. in 1846 borduurde, 80 jaar later nog steeds als motief door Antje O. is gebruikt.

Reacties

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst
Impres Internet Groep B.V. te Zwolle